CAT-I onderzoek (implementatie onderzoek CAT)


Op dit moment wordt vanuit de afdeling ART van Lentis Zuidlaren onderzoek verricht naar het implementeren van CAT. Onder het kopje wetenschappelijk onderzoek is te lezen dat eerder onderzoek werd verricht vanuit Lentis Zuidlaren naar de effectiviteit van CAT. Uit de RCT bleek dat CAT effectief was voor verbetering in dagelijkse functioneren bij cliënten met Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA), wat aanleiding vormde voor verder onderzoek. Namelijk, hoe implementeer je een interventie zoals CAT in de dagelijkse zorg en wordt voorkomen dat een bewezen effectieve interventie zoals deze op de plank beland?

Om dit te kunnen achterhalen wordt onderzocht welke elementen bijdragen aan een goede implementatie van CAT. Hierbij worden verschillende teams binnen GGZ instellingen in Nederland met elkaar vergeleken. De helft van de teams die meedoen aan het onderzoek zullen implementatiestrategieën aangeboden krijgen, terwijl de andere helft van de teams deze niet krijgt. Uiteindelijk wordt gekeken wat er nodig is voor een team verpleegkundigen/hulpverleners om een interventie als deze, goed in te bedden in de dagelijkse zorg.

Om dit implementatie onderzoek mogelijk te maken is een subsidieaanvraag ingediend en is subsidie ontvangen van Stichting tot Steun VCVGZ.

De deelnemende GGZ instellingen zijn hiernaast weergegeven:

Update na de eerste ronde!

De eerste periode van het onderzoek (september 2018 tot en met februari 2019) is inmiddels voorbij. Gedurende deze periode is er veel gebeurd bij alle deelnemende instellingen. Allereerst zijn alle teamleden getraind in CAT doormiddel van de basistraining. De CAT specialisten hebben daarna nog een driedaagse specialistentraining gevolgd. Tijdens deze training hebben zij in de praktijk geoefend met CAT om de interventie onder de knie te krijgen.

Na de trainingen begonnen we met de dataverzameling. Dit hebben we op veel verschillende manieren gedaan met als doel om erachter te komen welke barrières de implementatie van CAT in de weg zouden kunnen staan. Zo zouden wij kunnen ondersteunen in het verminderen/verhelpen van die barrières om op deze manier CAT beter van de grond te krijgen.

De dataverzameling begon met het afnemen van vragenlijsten. Zo vulden alle teamleden (verpleegkundigen of woonbegeleiders) online enkele vragenlijsten in. Hierin gaven zij aan hoe zij staan tegenover het gebruik van nieuwe interventies/behandelvormen en hoe zij het werkklimaat/de sfeer op hun afdeling ervaren. Ook vulden de persoonljk begeleiders van de bewoners vragenlijsten in over het dageljiks functioneren van de betreffende persoon.

Tussendoor werden er focusgroepen georganiseerd met bewoners en daarnaast met medewerkers en familieleden om te horen hoe zij de zorg ervaren. Ook werd per instelling een interview gehouden met de behandelinhoudelijk manager over hoe de zorg geregeld is binnen de instelling.

Rond februari waren alle vragenlijsten ingevuld en was het tijd om de eerste analyses uit te voeren. Uit de vragenlijsten kwamen per instelling bepaalde barrières naar voren, welke besproken zijn tijdens een terugkoppelmoment. Samen met de teamleden is gekeken hoe deze barrières omzijlt kunnen worden om CAT beter te kunnen implementeren.

Momenteel lijkt iedereen aardig op weg met CAT. Gebleken is dat het in eerste instantie moeilijk is en energie vergt om met een nieuwe interventie aan de slag te gaan. Er is vaak weinig tijd en daardoor gaan veel andere werkzaamheden voor. Toch lijken de meeste mensen positief te staan tegenover de interventie, wat maakt dat de motivatie om met CAT aan de slag te gaan er zeker is.